Wanneer je zwanger bent, heb je recht op 6 weken zwangerschapsverlof en minstens 10 weken bevallingsverlof. In totaal heb je recht op minstens 16 weken verlof. Een deel van het bevallingsverlof mag je gespreid opnemen.

Zwangerschapsverlof duurt tot en met de dag van de bevalling. Het begin van het verlof bereken je door vanaf de dag na de uitgerekende bevallingsdatum 6 weken terug te tellen.

Je mag ervoor kiezen om later zwangerschapsverlof op te nemen, dan mag je die week of weken optellen bij het bevallingsverlof. Je moet uiterlijk 4 weken voor de dag na je uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof. Wat je minder aan 6 weken zwangerschapsverlof opneemt, telt je op bij je bevallingsverlof.

Wordt je baby geboren na de uitgerekende bevallingsdatum? Dan tel je de dagen tussen geboorte en uitgerekende bevallingsdatum op bij de termijn van 16 weken. De totale verlofperiode duurt dan langer dan 16 weken.

Een voorbeeld: je stopt 6 weken voor de dag na de uitgerekende datum met werken. Je baby wordt 2 weken na deze datum geboren. Je hebt dan 8 weken zwangerschapsverlof en 10 weken bevallingsverlof. In totaal heb je dan 18 weken verlof.

Is je baby te vroeg geboren? Dan tel je de dagen dat je zwangerschapsverlof korter duurde dan 6 weken, op bij het bevallingsverlof. De totale verlofperiode is altijd minimaal 16 weken.

Een voorbeeld: je stopt 6 weken voor de dag na de uitgerekende datum met werken. Je baby wordt 1 week voor die datum geboren. Je hebt dan 5 weken zwangerschapsverlof en 11 weken bevallingsverlof. In totaal heb je 16 weken verlof.

Ja, sinds 1 januari 2015 kun je de laatste periode van je bevallingsverlof in delen opnemen. Het gaat om het verlof dat overblijft na 6 weken na de datum van de bevalling. Dit deel van het verlof kunt je gespreid opnemen over een periode van maximaal 30 weken. Je doet dit in overleg met je opdrachtgever.

Je hebt recht op 10 weken zwangerschapsverlof en minimaal 10 weken bevallingsverlof als je zwanger bent van een tweeling of meerling. Het totale verlof is dan 20 weken.

Een zwangerschapsuitkering is 100% van het dagloon. Het UWV berekent het dagloon op basis van het SV-loon dat je  verdiende tijdens het dienstverband waarin het verlof begint. Ze kijken daarbij naar een periode van 1 jaar, die eindigt op de laatste dag van de voorlaatste maand of 4 weken voorafgaand aan de dag waarop het zwangerschapsverlof begint. Deze periode noemen ze de referteperiode.

Sinds 1 januari 2019 krijgen partners eenmaal het aantal werkuren per week aan geboorteverlof. Werkt je partner bijvoorbeeld 5 dagen 6 uur per dag? Dan krijgt hij of zij 30 uur verlof: 5 x 6 werkuren. De werkgever betaalt dit verlof. Je partner deze verlofdagen naar eigen inzicht opnemen (uiteraard in overleg met zijn of haar werkgever). Maar moet dit wel doen binnen 4 weken na de geboorte van het kind.